14. Enschede in de 17e en 18e eeuw

Oude-Markt-1973-scaled.jpg

Stadsgeschiedenis

Als in 1626 en 1627 Oldenzaal (door Ernst Casimir) en Groenlo (door Frederik Hendrik) met het Staatse leger op de Spanjaarden opnieuw worden veroverd behoren Twente en de Achterhoek definitief tot de Republiek.

In de jaren daarna vinden in deze streken geen oorlogshandelingen meer plaats. Enschede viert dan ook – op 16 mei 1648 – feestelijk het tot stand komen van de Vrede van Münster.

Toch worden de Nederlanden in deze eeuw nog tweemaal door buitenlandse machthebbers aangevallen.

Op 22 en 29 september 1665 wordt de stad vanuit Ahaus geplunderd en daarna veroverd door een leger van Bernhard von Galen, de vorst-bisschop van Münster, ook in eigen land beter bekend als Bommen Berend. Von Galen doet, na een verdrag met Engeland te zijn aangegaan, pogingen in het noorden van het land een bruggenhoofd voor de Britten te vestigen. Het plan mislukt en de bisschop moet zich terugtrekken. In 1666 wordt vrede gesloten.

De inval van Van Galen wordt in Holland betiteld als ‘de Münsterse koeienkrijg’ ofwel als niet meer dan een incident.

Op 1 juni 1672 valt het Münsterse leger opnieuw binnen. Nog dezelfde dag wordt Enschede bezet. In deze Hollandse of Tweede Münsterse Oorlog verovert de bisschop – in samenwerking met de vorsten van Engeland, Frankrijk en Keulen – geheel Gelderland, Overijssel en Drenthe, maar slaagt hij er niet in de stad Groningen te veroveren.

De Staten van Overijssel erkennen hem als landsheer en zeggen hun verbintenis met de Republiek op.

De Fransen bezetten de zuidelijke gewesten en Utrecht. Volgens het bekende gezegde is de regering radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos.

Na ingrijpen van onder meer de Duitse keizer en de koning van Spanje wordt in 1678 vrede gesloten met Frankrijk.

In april 1674 al is wordt de oorlog met Münster beëindigd, waarna Bommem Berend zich terugtrekt uit deze contreien.

In Twente heeft de bisschop er inmiddels alles aan gedaan de positie van de rooms-katholieke kerk te herstellen. Zo wordt de Grote Kerk in Enschede weer teruggegeven aan de katholieken.

De stad Enschede wordt bestuurd door zes burgemeesters, die elkaar tijdens het kalenderjaar in functie aflossen, en door zes ‘gemeensmannen’. Elk jaar vinden verkiezingen plaats.

In 1660 ontaardt het drankgelag na afloop van een verkiezing in een kloppartij tussen de Enschedeërs en een aantal gasten, die namens de drost van Twente toezicht op een goede gang van zaken moeten uitoefenen. Eerst na twee dagen keert de rust in de stad terug.

Enschede neemt geen deel aan de Statenvergadering van Overijssel. Wel maakt het deel uit van een verbond van 11 kleine steden die als belangengroep hun opvattingen bij de Staten inbrengen. Deventer is voor Enschede de appellantstad, waarop in voorkomend geval een beroep kan worden gedaan.

Het stadszegel wordt in 1670 gewijzigd. De afbeelding van een heiligenfiguur wordt vervangen door een stadswapen met het slaghek. Het randschrift luidt: ‘sigillum civitatus Enscheidensis’. Het wapen staat symbool voor de scheiding of grens tussen Overijssel en het Münsterland.

Het bestuur van de marken is tot begin 19e eeuw (de vorming van gemeenten) niet gewijzigd.

Het platteland heeft erg te lijden onder het oorlogsgeweld. In de loop van de jaren wordt nogal eens ‘gemene grond’ verkocht om de hoge afdrachten aan de provincie voor het in stand houden van de verdediging te kunnen betalen.

Het stadsgebied van Enschede binnen de grachten (het ‘ei’) kenmerkt zich nu door (deels stenen) woningen en stadsboerderijen, in hoofdzaak gelegen aan Marktstraat en Langestraat en aan enkele achterstraten. De voornaamste huizen kennen hoge stoepen, gemarkeerd door zerken paaltjes met kettingen. De straten kennen nog open riolen.

De beide poorten worden ’s nachts gesloten. Eventueel moet buiten de poorten worden overnacht. Bekend zijn herbergen als ‘Het Witte Paard’ en ‘Het Rode Hert’ voor de Veldpoort en herberg “De Boe’ voor de Espoort. In 1768 wordt melding gemaakt van een logement ‘De Klomp’, eveneens buiten de Espoort. In een beperkt gebied buiten de poorten, de wigbold, geldt het stadrecht. Men geniet er nog de stadsvrijheid.

Enschede kent nu ook een postwagendienst op Deventer (twee keer per week) en op Zwolle (een keer per week).

Tijdens een zware storm waait in 1703 de spits van de toren van de Grote Kerk. Eerst na de na 1862 wordt de spits vervangen.