36. Religie in de 20e eeuw

Oude-Markt-1973-scaled.jpg

Stadsgeschiedenis

In Enschede, de stad en de buitendorpen, bestaan nog tientallen groeperingen van inwoners die hun wijze van denken en leven vooral willen baseren op geloofswaarheden, ontleend aan de joodse of joods-christelijke traditie. Daarnaast kunnen honderden Enschedeërs gerekend worden tot de islam, in welk geloof het vooral gaat om de stijl van leven.

Drie op de vier inwoners zijn niet (meer) kerkelijk georiënteerd.

De christelijke groeperingen, in hoofdzaak de r.-k. parochie(s) en een reeks gemeenschappen van apostolische, protestantse of syrisch-orthodoxe signatuur, verschillen onderling vooral op grond van een (op historische gronden) uiteenlopende interpretatie van geloofswaarheden en soms op de waarde die wordt toegekend aan theologische geschilpunten.

Sommige groepen maken deel uit van een groter organisatorisch geheel; andere functioneren geheel zelfstandig. Alle vervullen voor hun leden of aanhangers vooral ook een sociaal bindende rol.

Globaal gaat het nog om ruim 35.000 leden of vrienden van de verschillende genootschappen. Het feitelijk bezoek aan de erediensten ligt in de rooms-katholieke parochies op 7-8 %; bij de hervormden ligt het al in 1950 op 8 % en is het sindsdien verder teruggelopen. Individualiseringsprocessen en een verminderde belangstelling voor de kerken als zodanig maken dat ook het aantal kerkgebouwen gestaag afneemt.

Hervormde gemeenten, plaatselijke afdelingen van de toenmalige Nederlandse Hervormde Kerk, zijn er in de 20e eeuw in Enschede, in Usselo en in Glanerbrug (met een kerkgebouw uit 1906). In 1977 wordt ook een hervormde gemeente gesticht in Twekkelo.

Het aantal kerk- en wijkgebouwen neemt in aantal sterk toe. Toch dateert het tweede hervormde kerkgebouw in Enschede, de Lasonderkerk aan de gelijknamige singel, eerst uit 1927. Een derde kerk is ingewijd in 1954: de Vredeskerk.

Wijkgebouwen als Írene’(1909-1969) en ‘Pniël (Lipperkerkstraat, 1927-2005) en de nog bestaande kapel ‘Uit Liefde’(Lonneker, 1922) spelen een belangrijke rol in het kerkelijk leven.

Het percentage hervormden in Enschede loopt in de 20e eeuw terug van 60 % in 1900 naar 34.2 % bij de volkstelling in 1947. Sindsdien is het verder gedaald tot 5.1 % (plm. 8.000 leden). Bij het laatste percentage zijn inbegrepen de leden van de vroegere Gereformeerde Kerken in Nederland, waarmee de Hervormde Kerk in 2004 een fusie is aangegaan.

Gedurende de gehele eeuw is de Hervormde gemeente verdeeld in een vrijzinnig en een rechtzinnig (orthodox) deel; beide overigens te kenschetsen als zeer tolerant en meer georiënteerd op het leven dan op de leer. De hervormde gemeente heeft een sterke binding met de gegoede middenklasse; ook landbouwers zijn ruim vertegenwoordigd.

Het aantal rooms-katholieken in Enschede is in de 20e eeuw verminderd van 34 % via 26 % in 1947 tot 11.2 % in 2010. Is het aantal parochies (met even zoveel kerken) in de burgerlijke gemeenten Enschede en Lonneker aanvankelijk opgelopen tot 10; in 2010 is er nog slechts een enkele parochie in Enschede-stad, terwijl de vroegere parochies in Glanerbrug, Lonneker en Boekelo zijn opgegaan in bredere verbanden met omliggende plaatsen.

Het totaal aantal rooms-katholieken in de gemeente Enschede kan in 2010 worden geschat op plm. 17.500.

De oude St. Jacobuskerk op de Oude Markt is in 1932 vervangen door een monumentale nieuwe kerk.

Vanuit de rooms-katholieke kerkgemeenschap zijn in deze eeuw belangrijke initiatieven genomen op het punt van onderwijs, ziekenverpleging en jeugdwerk (Don Bosco). Kloosterordes als de Zusters van O.L.Vrouwe van Amersfoort en de Zusters Franciscanessen van Denekamp leveren daarin een aanmerkelijke bijdrage.

Binnen de gereformeerde kerken leiden ingrijpende kerkrechtelijke en theologische discussies tot scheuringen op grond van onoverbrugbare geschilpunten. Zo ontstaan in 1944 de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt), met als nieuwe afscheiding in 1967 de Nederlands Gereformeerde Kerken. Beide groepen bestaan in Enschede naast de Christelijke Gereformeerde Kerken die nog dateren uit de 19e eeuw. De Gereformeerde Kerken in Nederland zijn, als aangegeven,  gefuseerd met de hervormde kerk. Het aantal gereformeerden varieert van 3.9 % in 1900, via 8 % in 1947 tot een geschat percentage van 3 % in 2010.

De voorheen zo belangrijke groep doopsgezinden in Enschede is, evenals remonstranten en evangelisch luthersen, feitelijk opgegaan in een Twentse streekgemeente.

Het aantal joden in Enschede bedraagt in 1942 plm. 1.400. Daarvan vinden 630 de dood als gevolg van deportatie en genocide door de bezetter. In 1947 geven 420 personen op joods te zijn. De (orthodox-) joodse gemeente in Enschede telt in 2015 nog een 60-tal leden.

In 1928 is in de Prinsestraat een nieuwe synagoge gereed gekomen. Het gebouw functioneert in hoofdzaak als cultureel centrum.

Voor de overige godsdienstige groeperingen geldt dat – vooral ook als gevolg van de omvangrijke migratie uit de Veenkoloniën – in de loop van de eeuw een drietal apostolische gemeenten is ontstaan (in 2010 plm. 1.000 leden), alsmede een reeks zelfstandige evangelische gemeenten (gezamenlijk plm. 2.000 leden). Het Leger des Heils vestigt zich in 1890 in Enschede.

Sinds de tachtiger jaren wonen in Enschede plm. 3.500 Suryoye, leden van de Syrisch-Orthodoxe Kerk.