Waar nu het nieuwe Roombeek is, daar reed melkboer Poorthuis in de eerste helft van de vorige eeuw van deur tot deur.
De Roomweg en omgeving, dat was zijn wijk. Zes dagen per week haalde hij in Lonneker zijn paard van stal en trok naar de Lonneker Melkinrichting in de Raiffeissenstraat in Enschede. Daar stonden de wagens van alle melkboeren te wachten.
Met links het gele vat voor de losse volle melk en rechts het blauwe voor de afgeroomde taptemelk.
En in de wagen natuurlijk de boter en de flessen pap en vla.
Zoon Hennie Poorthuis herinnert zich nog levendig hoe hij zijn vader hielp en op katholieke feestdagen voor hem inviel.
Eerst naar de Bamshoeve om de melk voor de werknemers te brengen, dan de wijk door, waar de huisvrouwen al met de pan in de hand klaar stonden.
En sommigen met een suikerklontje voor het paard, wat een extra scheutje melk
opleverde. Zo ging dat vanaf 1920.
Ook de hele oorlog door, rammelend met houten wielen onder de wagen.
In een van de strenge oorlogswinters gleed het paard uit en moest met vereende krachten weer op de been worden geholpen.
In oktober 1958 stopte Poorthuis met zijn ronde. Hij had er 38 jaar door weer en wind opzitten.
De klanten versierden de straat en de plaatselijke krant maakte er een mooi verhaal van. Een paar jaar later kondigde de eerste