Opa Boltjes met paard en wagen in 1949 (kar heeft luchtbanden)
Het begon allemaal in de Toekomststraat in de huidige wijk Twekkelerveld, waar de familie Boltjes een winkel in leerwaren had. Maar Lute Boltjes, geboren in 1922, zag meer toekomst in de groentehandel. Net als zijn drie broers trouwens.
Lute Boltjes begon kort voor de oorlog met een paard en wagen, de wagen nog met houten wielen. Na de oorlog kwam er een nieuwe kar, in 1949 speciaal gebouwd in Rijssen en nu met luchtbanden. Fijn voor Zwartje, het Friese paard dat hij had geruild tegen z’n eerste, de schimmel Corrie. Corrie was haar leven begonnen als rijpaard, maar trok daarna jarenlang trouw de groentewagen. Corrie en later Zwartje stonden in een stal naast het huis in de Toekomststraat, dat toen nog grensde aan open land met een boerderij en aan de horizon de textielfabriek Rigtersbleek met het karakteristieke (water)torentje. Nog weer later werd de zaak gemotoriseerd en reed Boltjes rond in de bekende driewieler.
Dinsdagmarkt Enschede op de Markt ? (1956?)
Rond 1956 verruilde Lute Boltjes de groentewijk voor een marktkraam. De markt leverde hem in twee dagen net zoveel op als een hele week langs de deuren trekken. Maandag in Oldenzaal, dinsdag in Enschede, woensdag in Hengelo en zaterdag zelfs twee markten. Mevrouw Boltjes bleef achter in de kraam in Enschede en Lute reed door naar Hengelo om daar de kraam te bemannen. En een goede boterham te verdienen, wat in Weststellingerwerf, waar de familie oorspronkelijk vandaan komt, aan het begin van de 20e eeuw niet mogelijk was geweest.